Nieuwbouw Dutch Institute For Fundamental Energy Research DIFFER met BREEAM Excellent
Geschreven op 5-1-2016 - Erik van Erne. Geplaatst in Bouwen-KlussenHet Nederlands Instituut voor funderend energieonderzoek DIFFER (Dutch Institute For Fundamental Energy Research) werkt mee aan oplossingen voor het wereldwijde energievraagstuk: hoe gaan we op grote schaal duurzame energie opwekken en opslaan?
Logisch dus dat de nieuwbouw voor DIFFER op de campus van de TU Eindhoven een hoog duurzaamheidsgehalte kent met als resultaat een labgebouw met een BREEAM Excellent certificaat.
DIFFER’s nieuwbouw is ontworpen op energiezuinigheid. Door het speciaal voor DIFFER ontworpen zaagtandprofiel van de lange oost- en westgevels hebben kantoren altijd voldoende daglicht, ook als de zonwering wordt neergelaten. Zo wordt directe inval van zonlicht en opwarming voorkomen.
Andere maatregelen zijn LED-verlichting in de meeste ruimtes, driedubbel isolatieglas in de ramen en 922 zonnepanelen op het dak, goed voor 189.000 kilowattuur per jaar. De verwarming en koeling zijn gekoppeld aan de warmte/koude-opslag in de bodem van het campusterrein.
Om DIFFER’s twee experimenteerhallen staat een ring kantoren en kleinere laboratoria van drie lagen hoog. Vergaderruimtes, het bedrijfsrestaurant en leesplekken zitten tussen de twee experimenteerhallen, in het verlengde van een van de belangrijkste zichtassen van de campus. De verschillende verdiepingen hebben zicht op elkaar door trappen en vides door het hele gebouw. Het ontwerp is van Ector Hoogstad Architecten.
Het DIFFER gebouw is ook klaar voor gierzwaluwen en dwergvleermuizen. DIFFER wilde maatregelen treffen om aan zijn nieuwe laboratoriumgebouw natuurwaarde mee te geven en te zorgen voor instandhouding van diersoorten in de directe omgeving. Ecoloog Jacinta Hack van ingenieursbureau Tauw zag toe op het inbouwen van nestkasten. Drie aaneengesloten kasten kunnen circa honderd dwergvleermuizen herbergen.
De grote vraag is nu wanneer de nestkasten bewoners krijgen. Hack erkent dat dit moeilijk te zeggen is: “Het duurt meestal drie à vier jaar voordat vleermuizen ontdekken dat de kasten er zijn. Hetzelfde geldt voor gierzwaluwen. Het ligt daarnaast aan hoe groot de populatie in een gebied is en wat er al aan geschikte locaties is. Als een populatie groeit, zoeken de dieren nieuwe onderkomens. Er zijn tien nestkasten voor vleermuizen, twintig neststenen voor gierzwaluwen en tien nestkasten voor stadsvogels gemonteerd in het gebouw of de omliggende bomen.
De vleermuiskasten zijn drie aan drie opgehangen en onderling met elkaar verbonden. Er kunnen wel honderd dieren in de DIFFER-vleermuiskasten ‘en suite’. De ecologie van vleermuizen is ingewikkeld. Ze wisselen steeds van verblijfplaats, houden een winterslaap en het klimaat moet dan in hun verblijfplaats constant zijn. Het is de vraag is of het DIFFER-gebouw ’s winters voldoende isolatie biedt. In de zomer zitten de vrouwtjes bij elkaar, in een kraamplaats met hun jongen, soms wel met honderd tegelijk. De mannetjes en vrouwtjes zonder jongen zitten in kleinere groepjes in een straal van enkele honderden meters om de kraamkolonie heen. In de zomer wisselen ze om de paar weken van verblijfplaats en komen na de winterrust - in een apart winterverblijf - weer terug. Ze zijn in die zin honkvast.
Gierzwaluwen overwinteren in Afrika en zijn alleen tussen eind mei en augustus in Nederland. Volwassen zwaluwen komen elk jaar terug naar dezelfde verblijfplaats om te broeden en jongen groot te brengen. Als ze pech hebben, vinden ze er een paar spreeuwen in.” Hack houdt de spanning er in, want ze besluit met de voorspelling: “Het kan ook best dat er volgende week al dieren in de kasten van DIFFER zitten.”
Zie ook: Koningsberggebouw: Duurzaam Onderwijscentrum Biomedische Wetenschappen Universiteit Utrecht - Dutch Green Building Council: BREEAM-NL Nieuwbouw versie 2.0
Erik van Erne zegt:
5 januari 2016 om 14:37 | Permalink
Opening DIFFER: speeches and ceremony
Official opening of DIFFER’s new research building by State Secretary for Science Sander Dekker and ARPA-E director Ellen Williams, and speeches by Niek Lopes Cardozo (FOM), Loet Visschers (Province Noord-Brabant) and Frank Baaijens (TU/e).